Oost-Afrika: Een klimaatcrisis die naar verwachting enkel maar zal verergeren
Hoofdpunten
- Oost-Afrika is bijzonder kwetsbaar voor intensere klimaatrisico’s.
- Zowel droogtes als overstromingen hebben de voedselzekerheid aangetast en grote vluchtelingenstromen veroorzaakt in een regio die zwaar wordt getroffen door gewelddadige conflicten.
- De voedselzekerheid en sociale stabiliteit op lange termijn lopen gevaar door de steeds sneller vorderende klimaatverandering.
- Het vermogen van landen in de regio om de gevolgen van natuurrampen op te vangen is beperkt en is mogelijk nog kleiner om de steeds erger wordende klimaatverandering in de toekomst aan te pakken.
Eindeloze droogtes benadrukken de acute risico’s van de klimaatverandering in Oost-Afrika
De afgelopen jaren werd in Oost-Afrika duidelijk zichtbaar wat de gevolgen van ernstige droogtes zijn op economisch, politiek en humanitair vlak. Sinds 2020 waren er zes opeenvolgende regenseizoenen met weinig neerslag die miljoenen mensen in Somalië, Ethiopië en Kenia hebben getroffen. Dat gebrek aan regen, dat meerdere seizoenen aanhield, werd veroorzaakt door een meerjarige La Niña. Het is erg waarschijnlijk dat La Niña intenser werd gemaakt door de klimaatverandering. Kleine veranderingen in de temperatuur van het zeeoppervlak kunnen namelijk leiden tot grotere veranderingen in weerpatronen.
Een hongersnood was het rechtstreekse gevolg van de droogte die tot 2023 duurde. Tussen 2019 en 2022 had de regio ook te kampen met een sprinkhanenplaag waarvan wordt gezegd dat het de ergste was in 25 jaar voor Ethiopië en Somalië, en de ergste in 70 jaar voor Kenia. Omdat deze omstandigheden drie jaar aanhielden, leden meer dan 23 miljoen mensen honger in delen van Ethiopië, Kenia en Somalië. Het waren niet enkel mislukte oogsten die de voedselprijzen opdreven. Regionale conflicten zoals de voortdurende burgeroorlog in Soedan en het Somalische conflict rond Las Anod speelden ook een rol, net zoals de hogere wereldwijde voedselprijzen door de Russische oorlog in Oekraïne.
Toen steeds meer mensen hun woonplaats verlieten op zoek naar voedsel voor zichzelf of hun vee begonnen de vluchtelingenstromen toe te nemen. De VN schat dat door de droogte 2,3 miljoen mensen in eigen land ontheemd zijn geraakt in Somalië, Ethiopië en Kenia. Meer dan 264.000 vluchtelingen zouden de grens met buurlanden zijn overgestoken.
Deze stroom van mensen kan leiden tot conflicten tussen verschillende groepen, zoals in de Rift Valley-regio in het noorden van Kenia. Langlopende spanningen tussen veehoeders en grondbezitters zijn uitgemond in geweld omdat veehoeders door het gebrek aan regen gedwongen worden verder te reizen op zoek naar weilanden en water. Daardoor ontstaan conflicten met andere veehoeders en eigenaars van grote boerderijen en natuurreservaten.
Het toegenomen aantal droogtes heeft ook gevolgen voor het opwekken van elektriciteit. Een aanzienlijk deel van de elektriciteit in de regio wordt opgewekt door waterkracht. Wanneer het waterpeil dus te ver daalt, draaien de turbines niet meer. Om op dat probleem vooruit te lopen, zijn zowel Kenia als Tanzania al jaren hun afhankelijkheid van waterkracht aan het verminderen. Het aandeel van waterkracht in de elektriciteitsmix van Tanzania bereikte in 2003 een piek met 96%, maar is sindsdien teruggevallen tot een derde van de totale hoeveelheid opgewekte elektriciteit. In Kenia was er een gelijkaardige evolutie. Daar was waterkracht in 1995 goed voor 77% van de elektriciteitsproductie en in 2021 was dat nog 30%. Deze daling is niet het gevolg van een absolute vermindering van de waterkrachtcapaciteit, maar wel van een uitbreiding van andere energiebronnen (in Tanzania voornamelijk aardgas, en in Kenia geothermische en windenergie). Tanzania heeft momenteel te kampen met tekorten aan elektriciteit, zelfs nu de droogte van vorig jaar voorbij is. Dat toont aan dat deze kwetsbaarheid nog niet van de baan is.
Terwijl La Niña van het toneel verdwijnt, doet El Niño zijn intrede
Halverwege 2023 veranderde het weerpatroon La Niña in een zware El Niño. De Hoorn van Afrika, die geteisterd werd door droogte, kreeg toen grote hoeveelheden regen te verduren. Aangezien de dorre grond het water niet kon opnemen, waren er in vele gebieden verwoestende overstromingen. De huidige El Niño zou ten minste tot de lente van 2024 duren dus ook de regen zal naar verwachting nog aanhouden.
Net als bij de droogtes, zijn veel mensen hun woonplaats ontvlucht door de overstromingen. Maar in tegenstelling tot een watertekort, zijn overstromingen geen geleidelijk proces. Ze gebeuren erg abrupt waardoor infrastructuur wordt vernield, velden onder water komen te staan en vee verdrinkt. Vluchtelingen en ontheemden in eigen land hebben zich bij de mensen gevoegd die op de vlucht zijn voor gewapende conflicten in de regio. Volgens het Famine Early Warning Systems Network (FEWS NET), dat acute voedselonzekerheid in kaart brengt, zijn in Ethiopië, Kenia en Somalië nu bijna 1,5 miljoen mensen ontheemd geraakt door de overstromingen.
Overstromingen kunnen ook aanzienlijke gevolgen hebben voor de gezondheid: overstromingswater kan menselijke uitwerpselen meevoeren en zo het drinkwater verontreinigen. Daardoor worden mensen blootgesteld aan ziektes zoals tyfus of cholera. Tijdelijke plassen met stilstaand water zijn dan weer de ideale broedplaats voor de anofelesmug, de voornaamste overbrenger van malaria.
Ook overheden worden geconfronteerd met deze natuurrampen omdat ze een belangrijke rol spelen bij de aanpak van de gevolgen van rampen en de voorbereiding op mogelijke toekomstige gebeurtenissen. Zowel droogtes als overstromingen hebben een negatieve impact op de overheidsfinanciën. Ze leiden tegelijkertijd tot lagere belastinginkomsten en hogere uitgaven om de verwoeste infrastructuur weer op te bouwen of hulp te bieden aan de getroffen bevolking. Helaas behoren de overheidsfinanciën van de regio tot de meest precaire van het continent. Volgens het IMF en de Wereldbank loopt Kenia een groot risico op schuldproblemen. Ethiopië is in december 2023 zijn obligatieverplichtingen niet nagekomen en Somalië verkeert nu al in schuldennood. Daardoor zijn hun opties enorm beperkt om de gevolgen van deze extreme weersomstandigheden het hoofd te bieden of om maatregelen te nemen om zich voor te bereiden op toekomstige voorvallen. In 2022 richtte het IMF de Resilience and Sustainability Trust (RST) op om landen met lage en lagere middeninkomens te helpen hun paraatheid te verbeteren tegen deze externe schokken. In juli 2023 werd in het kader van deze regeling 407,1 miljoen SDR voor Kenia goedgekeurd. Dat is een welkome ontwikkeling, maar de regio zal nog veel meer externe financiering nodig hebben om zich voor te bereiden. De landen hebben berekend wat hun nationaal bepaalde bijdragen zijn die nodig zijn om hun klimaatdoelstellingen onder de Overeenkomst van Parijs te verwezenlijken. Voor de periode van 2021 tot 2030 schat Kenia dat het 62 miljard USD nodig zal hebben, Ethiopië stelt dat cijfer op 316 miljard USD en Somalië op 55,5 miljard USD.
Wat is de impact van de klimaatverandering op de lange termijn?
El Niño-weerpatronen zullen naar verwachting vaker voorkomen en meer uitgesproken zijn. In de Hoorn van Afrika zal de opwarming van de aarde waarschijnlijk leiden tot langere en intensere droogtes, terwijl meer El Niño’s verwoestende overstromingen zullen veroorzaken. Deze cyclus zal het milieu doen achteruitgaan. Daardoor zal voedselonzekerheid toenemen, zullen landbouwopbrengsten dalen, geschillen over land en water verscherpen en meer vluchtelingen op zoek gaan naar bewoonbare gebieden in binnen- en buitenland.
De negatieve gevolgen van de klimaatverandering zullen het landenrisico in Oost-Afrika de komende jaren onvermijdelijk verhogen en de frequentie en ernst van extreme weersomstandigheden doen toenemen. Deze gebeurtenissen kunnen de landbouwproductie en economische prestaties aantasten, voedselprijzen (die vaak gepaard gaan met sociale onrust) de hoogte in duwen, het risico op gewelddadige conflicten verhogen en de overheidsfinanciën verder onder druk zetten. Bovendien zal de toegenomen frequentie van extreme weersomstandigheden de tekorten op de lopende rekeningen in Oost-Afrika waarschijnlijk verergeren, onder andere door lagere inkomsten uit marktgewassen (zoals thee, koffie of cashewnoten) wanneer oogsten mislukken of omdat toeristen wegblijven. Er zou ook meer import nodig zijn om de vernielde infrastructuur weer op te bouwen. Het is duidelijk dat alle onderling samenhangende risico’s die worden veroorzaakt door extreem weer in de regio niet kunnen worden genegeerd. Daarom houdt Credendo daar rekening mee bij de beoordeling van het politieke risico op de (middel)lange termijn, dat de solvabiliteit van een land weergeeft.
Analist: Jonathan Schotte – j.schotte@credendo.com