Klimaatverandering leidt tot hogere sociaal-politieke en geopolitieke risico’s op (middel)lange termijn
Hoofdpunten
- Klimaatrisico’s versnellen naarmate de uitstoot van broeikasgassen blijft stijgen en grote vervuilers maar geen doortastende maatregelen treffen om ze te verminderen.
- De impact van de klimaatverandering op landenrisico’s op (middel)lange termijn, gaat veel verder dan economische risico's.
- De klimaatverandering zal zorgen voor meer politiek geweld, sociale onrust en geopolitieke risico’s.
- De toenemende voedselonzekerheid en waterstress zullen tot steeds meer massamigratie en conflicten leiden.
- Alle landen zullen zwaar getroffen worden, maar niet allemaal in gelijke mate. De grootste impact wordt verwacht op de landenrisico’s van landen met lage inkomens.
Verschillende klimaatrisico’s blijven toenemen
We leven al voor het derde jaar op rij met de COVID-19-pandemie. Daarnaast verkeert de wereld in een energiecrisis die nog verergerd wordt door de Russische invasie in Oekraïne. Desondanks is de klimaatveranderingsramp duidelijker dan ooit: het is een risico van ongekende omvang en complexiteit. Grafiek 1 toont de duidelijke stijging in de oppervlaktetemperatuur van de lucht over het hele landoppervlak sinds 1980, met in 2020 een record van 1,7 graden Celsius boven het normale klimaat van 1951-1980. Door steeds intensere gevolgen voor het milieu en de bevolking heeft de klimaatverandering op veel landen een impact, en vooral op de minst veerkrachtige met lage inkomens. De versnelling – aangedreven door de nog steeds toenemende uitstoot van broeikasgassen – betekent dat de ernst en frequentie van de impact van klimaatverandering ook zullen versnellen, waardoor de vooruitzichten op (middel)lange termijn voor alle landen getroffen worden.
Klimaatrisico’s kunnen verschillende vormen aannemen. De belangrijkste risico's zijn de fysieke,1 zoals extremere en frequentere natuurrampen, de stijging van de zeespiegel en hogere gemiddelde temperaturen die een impact hebben op alle aspecten van ecosystemen en menselijke gemeenschappen, waaronder watervoorziening, landbouwproductie, voedselzekerheid, economische activiteit, levensonderhoud, de visserijsector (met name als gevolg van de verzuring van de oceanen) en biodiversiteit. De voornaamste bewijzen van de klimaatrisico’s zien we momenteel in de vorm van langdurige droogte, overstromingen, waterstress, hittegolven, bosbranden, orkanen en tyfoons. Toch is ook de snelle achteruitgang van de biodiversiteit een grote reden tot bezorgdheid. Biodiversiteit speelt namelijk een systemische centrale rol in ecosystemen en is dus ook van vitaal belang voor de mensheid. Bovendien heeft wetenschappelijk onderzoek in het kader van de COVID-19-pandemie aangetoond dat er een hoog risico is dat de klimaatverandering het ontstaan en de verspreiding van nieuwe pandemieën in de toekomst in de hand zal werken. Dit kan onrechtstreeks, door extreme natuurrampen, aantasting van ecosystemen en migratie, maar ook door sommige oorzaken van de klimaatverandering, zoals ontbossing. Dit fenomeen zorgt er immers voor dat mens en dier steeds dichter bij elkaar moeten gaan leven. We zagen de voorbije tien jaar tal van recordtemperaturen, en tijdens de recente VN-conferentie COP26 slaagden de grootste uitstoters van koolstofdioxide er niet in om de krachtige verbintenissen aan te gaan die nodig zijn om de klimaatverandering aan te pakken. Nu is dus een gepast moment om te bekijken in welke mate de landenrisico’s op (middel)lange termijn door elkaar geschud zullen worden door de versnelling van de klimaatverandering.
Duidelijke economische en andere gevolgen van de klimaatverandering
Op de (niet meer zo) lange termijn zal de klimaatverandering grote gevolgen hebben voor de wereldeconomie en de landenrisico's. In een vorige publicatie analyseerden we de impact van extreme natuurrampen op de zeer kwetsbare kleine Caribische en Pacifische eilanden en de geleidelijke economische gevolgen van perioden van droogte. De binnenlandse productie, de export van grondstoffen en voedingsmiddelen, de overheidsfinanciën (lagere overheidsinkomsten en hogere uitgaven om de aanpassingskosten en de schade van natuurrampen te financieren) en de buitenlandse schuld zullen allemaal getroffen worden en leiden tot kwetsbaarheid. Op landenniveau zal die kwetsbaarheid een bijzondere impact hebben op de gevolgen van de klimaatverandering. We moeten benadrukken dat er naast deze kwetsbaarheidsindicatoren, die gebruikt worden in het beoordelingsmodel van Credendo voor het landenrisico op de (middel)lange termijn, cruciale, niet-economische aspecten zijn waarmee rekening gehouden moet worden en die wegen op het landenrisico op (middel)lange termijn.
Klimaatverandering beïnvloedt armoede en ongelijkheid, wat politiek geweld aanwakkert
Het risico op politiek geweld wordt bepaald door verschillende factoren. De beschikbaarheid van wapens is er daar een van, maar ook etnische en religieuze spanningen, vermogensongelijkheid, institutionele veerkracht en een hoge mate van wantrouwen ten opzichte van de autoriteiten spelen een rol. De klimaatverandering heeft steeds meer invloed op tal van factoren die bijdragen tot politiek geweld. Extreme weersomstandigheden kunnen het levensonderhoud ondermijnen (bv. vernietiging van gewassen, machines en huizen, vermindering van de kwaliteit van weides om te grazen) en zorgen voor meer armoede en vermogensongelijkheid tussen groepen die wel of niet getroffen worden door extreme weersomstandigheden. Armoede en vermogensongelijkheid hebben in alle regio’s een aanzienlijke impact op politiek geweld. Verwoestijning werd ook al regelmatig in verband gebracht met toenemend politiek geweld, zoals in de Afrikaanse Sahelregio. De laatste decennia zagen we in Mali steeds vaker periodes van droogte. Die zorgden voor nog meer stress voor het land, dat al met zwakke politieke instellingen en religieuze en etnische spanningen te kampen had. Bovendien is de link tussen politiek geweld en ongelijkheid nog sterker wanneer de situatie snel verslechtert (zoals na een natuurramp). De impact zal het meest acuut zijn in lage-inkomenslanden, waar voedingsmiddelen nog steeds voor het inkomen van een groot deel van de bevolking zorgen, maar ook in midden-inkomenslanden, met name door inkomensongelijkheid.
Klimaatverandering beïnvloedt voedselzekerheid en beschikbaarheid van water
De klimaatverandering kan ook leiden tot politieke onrust omwille van hogere voedselinflatie en voedselonzekerheid. Extreme droogte in Zuid- en Noord-Amerika zorgde er in 2021 bijvoorbeeld voor dat de prijzen van suiker, tarwe en haver omhoog gingen (zie grafiek 2). De afgelopen twee decennia waren hogere voedselprijzen duidelijk gelinkt aan onrust, zoals blijkt uit grote voedselprotesten in Sub-Sahara-Afrika (bv. de voedselrellen in een twaalftal landen in 2007-2008), Latijns-Amerika (de tortillaprotesten in Mexico in 2007) en het Midden-Oosten. In veel lage-inkomenslanden met een overwegend arme bevolking hebben sociale protesten de druk op de regeringen opgevoerd. Soms hebben ze politieke veranderingen gebracht en in bepaalde gevallen hebben ze – samen met andere factoren – zelfs mee geleid tot burgerconflicten (bv. de Arabische lente). Lagere opbrengsten en hogere prijzen kunnen leiden tot voedselonzekerheid in minder veerkrachtige landen die afhankelijk zijn van voedselimport, en zo politiek geweld uitlokken. Naar de toekomst toe worden er niet alleen in Afrika en het Midden-Oosten klimaatgerelateerde sociale risico's verwacht door voedselonzekerheid en inflatie, maar ook in Latijns-Amerika. De landbouw, die daar een grote bron van inkomsten vormt, staat immers onder druk en ook de inkomensongelijkheid is er zeer groot.
De klimaatverandering zal ook leiden tot onder andere waterschaarste. Zoet water wordt steeds schaarser en bijna twee derde van de wereldbevolking leeft al in gebieden met waterstress. We zien al veiligheidsrisico’s in verband met het klimaat in verschillende landen en regio’s, en hoofdzakelijk in Sub-Sahara-Afrika (bv. terrorisme in de Sahel, geweld tussen boeren en herders in Nigeria, etnische conflicten in Kenia) en in het Midden-Oosten. De risico’s doen zich voor in die regio’s omdat de bevolking er arm is, de vruchtbaarheid van de grond vermindert en de waterstress toeneemt. Uit de geschiedenis is al vaak gebleken dat minder watervoorziening de belangrijkste factor is voor toekomstige conflicten binnen en land en tussen landen. Het Midden-Oosten (bv. Irak, Syrië, Jordanië) staat symbool voor dergelijk risico. De watervoorziening zal er immers nog onstabieler worden en zou in veel gebieden nog kunnen dalen tot een niveau waarbij menselijk leven niet langer mogelijk is. Andere bekende voorbeelden van conflictrisico’s komen van het aanhoudende geschil tussen Egypte, Soedan en Ethiopië over de Grote Renaissancedam, China dat de eigendom van de Tibetaanse wateren opeist (wat zou betekenen dat het stroomopwaarts het merendeel van de grootste Zuid-Aziatische rivieren zou controleren), en de Turkse dammen op de Tigris en de Eufraat die zorgen voor spanningen met Irak en Syrië.
Klimaatverandering stuwt massamigratie
De klimaatverandering zal leiden tot massale interne en externe migratiestromen van historische omvang, en dat zal mee zorgen voor risico’s op conflicten en sociale instabiliteit. De stijgende zeespiegel vormt op middellange termijn een bedreiging voor mensen die op atollen wonen in de Stille Oceaan. Bovendien heeft onderzoek aangetoond dat de mens al meer dan duizend jaar in een kleine temperatuurspanne (11°C-15°C) leeft. De opwarming van de aarde maakt dus steeds meer land en gebieden bijna of volledig onleefbaar voor de mens. De Wereldbank voorspelt dan ook dat tegen 2050 minstens 200 miljoen vluchtelingen gedwongen zullen zijn te migreren. Het gaat vooral om mensen van arme regio’s, waarvan bijna 100 miljoen in Afrika, gevolgd door Oost- en Zuid-Azië. Deze cijfers zijn waarschijnlijk nog sterk onderschat, want onderzoek toont aan dat voor elke graad waarmee de aarde opwarmt, ongeveer een miljard mensen in onleefbaar gebied komen te wonen. Die massale volksverhuizingen zullen veel druk zetten op de maatschappij en enorme sociale en politieke spanningen met zich meebrengen binnen de samenlevingen. Er kunnen moeilijkheden ontstaan tussen gevestigden en nieuwkomers, vooral als ook de gastregio of het gastland slechts schaarse middelen ter beschikking heeft. In een context waarin al potentiële conflictfactoren bestaan (bv. grote armoede, zwakke instellingen) kan migratie in het gastland of de gastregio met name een trigger zijn voor politiek geweld. Syrië is een goed voorbeeld. Tussen 2006 en 2010 veranderde bijna 60% van het land in woestijn door droogte. Tegen 2009 had die droogte misschien wel 80% van het vee gedood. Boeren trokken in groten getale naar de steden, de instellingen konden de migratiestroom niet aan, en er waren voordien al etnische spanningen. Allemaal samen was dat genoeg om de burgeroorlog uit te lokken. Europa is een topbestemming voor migranten die hun eigen land moeten verlaten, vooral omdat de regio in verhouding waarschijnlijk het minst getroffen zal worden door de klimaatverandering. Maar momenteel zien we in Europa een geleidelijke opmars van extreemrechts, steeds meer autocratische regimes en toenemend populisme, waardoor de politieke en sociale spanningen zullen toenemen. Naast de sociale en conflictrisico's dreigt massamigratie ook gezondheidscrises te veroorzaken in transit- en bestemmingslanden.
Klimaatverandering zal het geopolitieke machtsspel veranderen
Klimaatgerelateerde conflictrisico's zullen ook de vorm aannemen van geopolitieke risico's. We zien momenteel een nieuwe wereldorde ontstaan, onder andere door steeds schaarser wordende natuurlijke hulpbronnen. Gelinkt aan toenemende klimaatrisico's zullen de geopolitieke risico's tussen grootmachten en met of tussen opkomende mogendheden waarschijnlijk ook toenemen. Die risico’s zullen ook veel landen (bv. Pakistan) treffen die strategisch ongewild betrokken zijn in geopolitieke spelletjes. Wat de energietransitie betreft, verwachten we drie zaken van de geopolitieke concurrentie: ze zal in de toekomst ongetwijfeld moordend zijn (bv. in het noordpoolgebied), ze zal waarschijnlijk de wereldorde herschikken en ze zal economieën die deze kostbare grondstoffen produceren en exporteren ten goede komen. Samen met de demografische last zal de klimaatverandering echter druk zetten op de schaarste van hulpbronnen en daardoor een race (die al begonnen is) ontketenen om onmisbare natuurlijke hulpbronnen zoals vis, en grond waarop graan, rijst enz. verbouwd kan worden. Terwijl China vooroploopt in deze race naar voedselzekerheid en interne stabiliteit, zijn ook Rusland en opkomende mogendheden zoals India, Turkije en Saudi-Arabië al erg actief, met name in Afrika.
Risico’s zullen zich wereldwijd voordoen, met verschillen tussen landen en regio's
Politiek geweld zal dus waarschijnlijk een steeds grotere bedreiging vormen die nog wordt versterkt door de klimaatverandering. Sociale onrust zal zich waarschijnlijk vaker voordoen, met meer concurrentie om natuurlijke hulpbronnen, wat zal leiden tot grotere politieke instabiliteit en onzeker overheidsbeleid. Het is belangrijk om bij de beoordeling van klimaatrisico's niet alleen te bedenken dat de klimaatverandering alle landen ter wereld zal treffen, maar ook dat de klimaat- en landenrisico's wereldwijd zullen verergeren wanneer we kantelpunten in het klimaat2 bereiken. Toch is er grote wetenschappelijke onzekerheid over de omvang van de natuurlijke en economische impact en over de interacties van die natuurlijke omwentelingen. Hoe dan ook zullen de gevolgen van de klimaatverandering ongelijk en op verschillende manieren gevoeld worden omwille van geografische factoren en al evenzeer omwille van economische, politieke, sociale en etnische aspecten. Over het algemeen worden ontwikkelingslanden vaak gelinkt met grote armoede en lage inkomens. Dat wil zeggen dat hun weerbaarheid tegen klimaatveranderingsrampen structureel beperkt is en zal zijn, waardoor sociaal-politieke en conflictrisico's meer kans krijgen. Op regionaal niveau worden Afrika, en daarna Azië, het Midden-Oosten en Centraal-Amerika, gezien als de meest kwetsbare regio’s voor klimaatverandering.
Analisten: Jolyn Debuysscher – j.debuysscher@credendo.com; Raphaël Cecchi – r.cecchi@credendo.com
1 Overgangsrisico's in verband met de omschakeling naar een koolstofarme economie (bijzonder acuut voor landen die afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen) zijn andere soorten klimaatrisico’s, die we zullen evalueren in een volgende publicatie. 2 Voorbeelden zijn verschuivingen in de atmosferische circulatie, dooiing van permafrost, verzwakking van koolstofputten (bossen en oceanen), afbrokkeling van ijskappen en de transformatie van het Amazonewoud in een savanne, die voor onomkeerbare veranderingen zullen zorgen.