India: Modi’s waarschijnlijke derde ambtstermijn brengt het land op een snel groeitraject

Hoofdpunten
- Premier Modi zal deze verkiezingen naar verwachting een derde mandaat binnenhalen.
- Hindoe-nationalisme, meer economische onafhankelijkheid en India’s positie in de wereld blijven prioriteiten voor de volgende regering.
- De sterke vooruitzichten voor de reële bbp-groei worden overschaduwd door een werkgelegenheidscrisis en grote ongelijkheid.
- India heeft stevige macro-economische fundamenten, maar de zwakke overheidsfinanciën en kwetsbaarheid voor de klimaatverandering zijn risico’s die tot voorzichtigheid nopen.
- Op de korte termijn blijven de ratings van het landenrisico stabiel.
Pro’s
Contra’s
Staatshoofd
Regeringsleider
Bevolking
Bbp per capita
Inkomensgroep
Belangrijkste exportproducten
Premier Modi’s succesverhaal loopt verder met een voortzetting van het beleid in het vooruitzicht
Het succesverhaal van de 73-jarige premier Modi zal waarschijnlijk de weg vrijmaken voor een nieuw hoofdstuk van vijf jaar. Met zo'n resultaat zou hij op de tweede plaats komen van langst zetelende premiers in onafhankelijk India. Enkel Jawaharlal Nehru was met 16,5 jaar langer aan de macht. De huidige premier en zijn Bharatiya Janata-partij (BJP) zijn opnieuw duidelijke favorieten om de algemene verkiezen te winnen die tussen 19 april en 1 juni worden gehouden. Met name zijn charisma en sterk leiderschap, het hindoe-nationalisme en India’s stijgende positie in de wereld, maar ook de solide economische prestaties, genereuze sociale uitkeringen en een bedrijfsgericht overheidsbeleid zijn enkele van de vele redenen die verklaren waarom Modi zo populair blijft. Er zijn tegelijkertijd nog andere factoren die Modi’s politieke lot in de hand hebben gewerkt. Zo is er de gefragmenteerde oppositie – ondanks de laat gevormde maar belangrijke INDIA-coalitie (Indian National Developmental Inclusive Alliance), die vóór de verkiezingen is ontstaan – en het gebrek aan een sterke rivaliserende leider (met name bij de historische Indian National Congress-partij) tegenover de solide politieke machine die de BJP is. Daarbovenop komen nog de juridische belemmeringen van de oppositie zoals de recente arrestatie van Modi’s belangrijkste tegenstander Arvind Kejriwal – deelstaatleider van Delhi en leider van de Aam Aadmi-partij (AAP). Daardoor kan het aantal zetels van de BJP in het parlement na de huidige verkiezingen nog verder stijgen.
Een nieuw mandaat voor Modi als premier zou continuïteit in het beleid mogelijk maken door de nadruk te blijven leggen op de hindoe-identiteit, het buitenlands beleid en de economie. De verminderde politieke vrijheid die door de Amerikaanse ngo Freedom House aan het licht werd gebracht, Modi’s hindutva-agenda en de nieuwe burgerschapswet (‘Citizenship Amendment Act’) die onlangs door het Indiase parlement werd aangenomen, zijn de meest controversiële aspecten van zijn binnenlands bewind. Volgens de laatste democratie-index van The Economist hebben deze factoren de waargenomen democratische erosie aangewakkerd ten opzichte van de goede score in 2014. Ze hebben daarbij bijgedragen aan de hevigere spanningen tussen de gemeenschappen en aan religieus geweld, in het bijzonder tegen de grote moslimminderheid. Verdere stappen in die richting zouden daarom een toenemend risico voor de binnenlandse stabiliteit inhouden.
Actieve buitenlandse diplomatie om het internationale aanzien van India te verbeteren
Modi zal naar verwachting het actieve en succesvolle buitenlandse beleid van zijn tweede ambtstermijn voortzetten. Op het wereldvlak bestaat dat uit een pragmatische en strategische aanpak die het internationale profiel van India onder westerse, opkomende en ontwikkelende landen verhoogt, binnen de context van een verschuivende geopolitieke orde. Aan de ene kant zal Modi ernaar streven om vriendschappelijke banden te onderhouden met het westen (in tegenstelling tot China), een actieve rol te spelen in de Indische Oceaan en bilaterale handelsovereenkomsten te onderhandelen. Anderzijds zal hij ervoor zorgen dat India, en niet China, wordt gezien als leider van het Globale Zuiden. Dat zal hij doen door de Indiase belangen te verdedigen bij gesprekken over de financiering van maatregelen tegen de klimaatverandering, onder andere via deelname aan niet-westerse instellingen zoals de BRICS-landen. Daarbij zal hij de handel in andere valuta’s dan de USD vergroten, ook met gesanctioneerde landen zoals Rusland, zolang de Indiase belangen hiermee gediend zijn en de sancties van de VS en de EU niet worden overtreden. In het licht van de toenemende regionale aanwezigheid van China, zal Modi er tegelijkertijd voor zorgen dat het versterken van de Indiase invloed op het Indiase subcontinent een buitenlandse prioriteit blijft.
Goed presterende economie wordt overschaduwd door een crisis op de arbeidsmarkt
De economie zou een ander duidelijk succes van Modi’s bewind moeten blijven. Tijdens zijn eerste twee mandaten heeft hij veel aandacht geschonken aan het ontwikkelen van grote infrastructuurprojecten. De afgelopen jaren heeft zijn regering ambitieuze doelen gesteld op het gebied van economische onafhankelijkheid door productiesectoren zoals defensie, automotive, elektrische voertuigen en halfgeleiders te bevorderen. Tegelijkertijd blijven de transitie weg van het nog steeds zeer dominante steenkool en de verdere digitalisering naar verwachting investeringsprioriteiten in de komende jaren. Het creëren van jobs zal een andere prioriteit van de regering blijven, maar is tot nu toe teleurstellend verlopen.
Hoewel India het dichtstbevolkte land ter wereld is geworden, levert de nationale demografie in de praktijk geen voordelen op. Dat komt door het te kleine aanbod aan kwalitatieve jobs en de lage arbeidsparticipatie van vrouwen. De officiële werkloosheid is met 8-9% dan ook hoog, maar een belangrijk deel van de totale werkgelegenheid in het land blijft informeel. Jongeren baren het meest zorgen aangezien meer dan 40% van hen werkloos zou kunnen zijn. Naast de crisis op de arbeidsmarkt en ondanks een gemelde afname van extreme armoede tot 12% van de bevolking (bron: Wereldbank), blijft India een land met wijdverspreide armoede en grote ongelijkheid. De sterke economische prestaties van deze eeuw hebben vooral voor de middenklasse vruchten afgeworpen. De hogere klassen zijn dan weer disproportioneel rijker geworden door de opbouw van vermogen. Het is opmerkelijk dat het Indiase bnp per capita (2.390 USD) ver onder dat van andere stichtende BRICS-landen en grote Aziatische landen ligt, met uitzondering van Pakistan. Daar verbetering in brengen, zal daarom erg belangrijk zijn voor de politieke nalatenschap van Modi.
Positieve vooruitzichten voor ‘s werelds snelst groeiende grote economie
In boekjaar 2024 (april 2024 tot maart 2025) zal de bbp-groei naar verwachting 6,8% bedragen. Het IMF voorspelde onlangs een iets lager maar nog steeds sterk percentage van 6,5% op de middellange tot lange termijn (de grafiek hieronder is gebaseerd op de vooruitzichten voor de wereldeconomie van het IMF in oktober 2023).
Dat sterke economische momentum wordt aangedreven door een robuuste binnenlandse vraag. Die wordt ondersteund door solide economische vooruitzichten en een geleidelijke afname van de inflatiedruk (+5,1% in februari, wat binnen de inflatiedoelstelling ligt van de Reserve Bank of India sinds september 2023). De Reserve Bank of India blijft haar beleidsrente niettemin handhaven op 6,5%, vooral gezien de aanhoudend hoge inflatie van de voedselprijzen.
Bovendien dragen grote investeringen in infrastructuur, in het bijzonder transport en digitaal, een dynamische productiesector als gevolg van doelstellingen om zelfredzamer te worden en een gezondere banksector bij tot het positieve economische beeld. Dat wordt ook weerspiegeld in de huidige hausse op de aandelenmarkt.
India’s betalingsbalans heeft zich eveneens gunstig ontwikkeld. Net zoals bij de buurlanden, had de oorlog in Oekraïne een sterk negatief effect op de handelsbalans. De reden daarvoor waren de veel hogere invoerkosten voor energie en voeding, ondanks de stijgende invoer van goedkope Russische olie. Overigens is Rusland ondertussen de belangrijkste olieleverancier van het land geworden, hoewel de oorspronkelijke leveringen eerder bescheiden waren. De Indiase economie blijft in grote mate afhankelijk van ingevoerde brandstof (meer dan 35% van de totale invoer) en is dus kwetsbaar voor hoge prijzen. Het land kent sinds 2023 echter een sterke instroom van directe buitenlandse investeringen (DBI) en portefeuillebeleggingen. Naar verwachting zullen deze volumes dankzij de positieve langetermijnvooruitzichten van India hoog blijven en verder stijgen. Wat betreft DBI, wordt India gezien als een aantrekkelijkere en veiligere bestemming voor multinationals. Door de scherpe rivaliteit tussen de VS en China en de verslechterende Europese banden met China volgen zij namelijk strategieën om hun risico’s te beperken en deze leiden hen weg van China. Om in de productiesector een blijvende boost aan DBI te verkrijgen, zouden meer vrijhandelsverdragen nodig kunnen zijn. India lijdt er immers onder geen deel uit te maken van regionale handelsakkoorden en maar een beperkt aantal bilaterale overeenkomsten te hebben afgesloten. Dankzij de grote instroom aan investeringen kan het tekort op de lopende rekening makkelijk worden gefinancierd. Dat tekort schommelt sinds 2022 rond 2% van het bbp en zal naar verwachting de komende jaren op dat niveau blijven. Zo wordt ook de Indiase roepie ondersteund, die sinds november 2022 ruwweg is gestabiliseerd ten opzichte van de Amerikaanse dollar, hoewel de munt historisch laag staat.
Aanhoudende zwakke overheidsfinanciën
De overheidsfinanciën blijven een chronische zwakte van de macro-economische fundamenten van India. De COVID-19-pandemie zorgde ervoor dat deze reserves verder verslechterden nadat de enorme fiscale stimulans van de overheid (geschat op 10% van het bbp) de overheidsschuld in boekjaar 2022 op 88% van het bbp bracht en het begrotingstekort dubbele cijfers haalde. Sindsdien is de situatie enigszins verbeterd met een verwachte overheidsschuld van 82% van het bbp in boekjaar 2023.
Voor de komende jaren worden echter nog steeds grote begrotingstekorten van 7-8% verwacht. Dat betekent dat de overheidsschuld – tot 80% op de middellange tot lange termijn – erg langzaam zal afnemen. Deze schuld zal India ook in een delicate begrotingssituatie houden met zware interestlasten van bijna 30% van de totale overheidsinkomsten (het hoogste niveau sinds boekjaar 2005). Daarom moet de regering zich blijven inzetten voor een begrotingsconsolidatie om een verslechtering van de situatie te voorkomen en om haar status als investeringswaardig bij ratingbureaus te behouden. Daar zal een beperking van de uitgaven bij horen, bijvoorbeeld voor subsidies voor voeding en meststoffen, en mogelijke privatiseringen, met name in de bank- en verzekeringssector. Aangezien desinvesteringsplannen in voorgaande jaren echter verre van regeringsdoelstellingen waren, lijken gedurfde privatiseringsplannen enigszins onzeker.
Hoge socio-economische blootstelling aan klimaatverandering
Het jaar 2023 liet opnieuw zien hoe kwetsbaar India is voor de gevolgen van de klimaatverandering. Dat is met name het geval voor meer extreme weersomstandigheden zoals hittegolven en droogtes, gevolgd door meer onregelmatige en intense moessonregens. Deze natuurrampen zullen toenemen naarmate de klimaatverandering versnelt. Ze vormen een bijzonder ernstig risico voor de 45% van de beroepsbevolking die nog steeds actief is in de landbouw en vertroebelen het economisch potentieel van het land op de lange termijn. Als gevolg daarvan kan India verwachten dat het te maken kan krijgen met verminderde oogsten van basisvoedsel, net als in een toenemend aantal andere landen. Sinds juli 2023 hebben de veel lagere rijstoogsten de Indiase autoriteiten ertoe aangezet een mix van uitvoerverboden en -beperkingen voor rijst op te leggen. Zo kwamen wereldwijde reserves onder druk te staan en stegen de prijzen scherp. Handelsbeperkingen die te maken hebben met bezorgdheden om voedselzekerheid zullen in de toekomst waarschijnlijk regelmatiger voorkomen aangezien landen meer zullen lijden onder de effecten van de klimaatverandering.
Stabiele tot positieve vooruitzichten voor de ratings van het landenrisico
Het risico van ondernemingsklimaat is mettertijd geleidelijk verbeterd en de piek van de pandemie ligt in het verleden (G/G eind 2020). Meer recent vertaalde deze verbetering zich in een upgrade naar C/G binnen een gunstige economische context. Wat betreft de rating voor het politieke risico zijn de vooruitzichten stabiel voor de korte termijn (2/7) en middellange tot lange termijn (3/7) dankzij de comfortabele liquiditeit en lage buitenlandse schuld.
Analist: Raphaël Cecchi – r.cecchi@credendo.com