Bangladesh: Het gedwongen aftreden van premier Sheikh Hasina maakt de weg vrij voor een uitdagende en onzekere politieke transitie
Hoofdpunten
- Tijdens de zomer leidden massale protesten geleid door studenten tot het gedwongen ontslag van de lang dienende premier Sheikh Hasina, die de steun van het leger verloor.
- Het wordt een onzekere politieke transitie, geleid door een interim-regering met aan het hoofd econoom Muhammad Yunus totdat er verkiezingen worden gehouden.
- De tijd zal uitwijzen of Bangladesh een nieuw politiek tijdperk ingaat of dat de traditionele partijen hun politieke dominantie behouden.
- Economische vertraging en valuta- en liquiditeitsdruk brengen grote uitdagingen met zich mee, wat een impact heeft op een moeilijk ondernemingsklimaat.
- De vooruitzichten voor de ratings voor politieke risico’s op de korte en (middel)lange termijn zijn negatief.
Pro’s
Contra’s
Staatshoofd
Regeringsleider
Bevolking
Bbp per capita
Inkomensgroep
Belangrijkste exportproducten
Een keerpunt of een pauze in de recente politieke geschiedenis van Bangladesh?
Het was een hete politieke zomer in Bangladesh, met hevige massaprotesten geleid door studenten naar aanleiding van een controversieel quotasysteem voor overheidsjobs. De gewelddadige repressie door het leger en het groeiende verzet van de bevolking tegen het bewind van de regering Hasina hebben tot een politieke aardverschuiving geleid. Na 15 jaar aan de macht te zijn geweest, verloor premier Hasina de steun van het leger en moest ze op 5 augustus naar India vluchten. Er werden toen snel een aantal belangrijke beslissingen genomen om de rust te herstellen en vooruitgang te boeken in de politieke transitie, vooral naar aanleiding van de eisen van de studenten. De president ontbond het parlement, talrijke politieke gevangen werden vrijgelaten en het verbod tegen de grootste islamitische partij Jamaat-e-Islami werd ingetrokken. Ondertussen werd een interim-regering gevormd met leden uit de civiele maatschappij om het land te leiden tot er verkiezingen zijn. Deze interim-regering wordt geleid door econoom en voormalig Nobelprijswinnaar Muhammad Yunus (die was tegengewerkt door ex-premier Hasina).
De recente gebeurtenissen brengen hoop voor het land, gezien de autocratische trend van de afgelopen jaren en grootschalige onderdrukking van onder andere de media en politieke tegenstanders. Dit zou een keerpunt kunnen zijn in de politieke geschiedenis van Bangladesh, maar alles zal afhangen van hoe de huidige transitie zich ontwikkelt en wordt geleid. Er worden namelijk verschillende moeilijkheden voorspeld die een vlotte machtsoverdracht en fundamentele verandering van de politieke leiding zullen hinderen. In dat opzicht is de timing van de verkiezingen belangrijk. Volgens de grondwet moeten verkiezingen ten laatste drie maanden na de ontbinding van het parlement worden gehouden. In dit geval is dat dus begin november, wat onmogelijk en niet wenselijk lijkt. De interim-regering wil in korte tijd namelijk schoon schip maken in een politiek systeem dat lang werd gedomineerd door twee grote dynastieën: de Awami League (AI) en de Bangladesh National Party (BNP). Idealiter krijgt Bangladesh ook nieuwe gezichten en een nieuw politiek landschap, maar dat is toekomstmuziek. Als de oppositiepartij BNP de verkiezingen wint, zullen de politieke gebruiken wellicht grotendeels onveranderd blijven. Ondanks de hoop op een nieuw politiek tijdperk, die vooral onder studenten leeft, zullen diepgewortelde politieke belangen een groot obstakel vormen voor vergaande structurele hervormingen. Bovendien zal de onervaren interim-regering van Yunus mogelijk te maken krijgen met politieke wraakacties van beide kanten van het spectrum, AL en BNP, wat de opdracht nog moeilijker zal maken. De komende maanden zullen daarom gespannen zijn. Hoe korter de transitie, hoe waarschijnlijker dat traditionele politieke partijen het politieke landschap blijven domineren. Als de transitie daarentegen langer duurt, vergroot ook het risico op instabiliteit. Realistisch gezien zal het nog even duren vooraleer de volgende verkiezingen worden gehouden.
Politieke schok in een verzwakte economie
De huidige politieke onrust vindt plaats op een moment dat de binnenlandse economie worstelt met ongunstige externe ontwikkelingen. De reële bbp-groei is de afgelopen twee jaar vertraagd, van 7,1% in boekjaar 2022 (dat in juni eindigde) tot 5,4% in boekjaar 2024. Dat komt vooral door een verminderde exportgroei als gevolg van een verzwakte wereldeconomie, met name de belangrijke westerse vraag voor de dominante kledingsector (goed voor 90% van de goederenexport). Op de korte termijn kan de sector te lijden hebben onder politieke onzekerheid en aarzelende investeerders. Tegelijkertijd blijft ook de sociale context moeilijk en een last voor de interim-regering, met de aanhoudende hoge kosten voor levensonderhoud die op de spits worden gedreven door de hoge prijsinflatie (vooral voor voedingsmiddelen). De prijsinflatie is sinds juli 2024 namelijk tot boven 10% op jaarbasis gestegen.
De taka (-40% ten opzichte van de Amerikaanse dollar sinds augustus 2022) en liquiditeit blijven onder druk staan. Nochtans is de gestage daling van de deviezenreserves enigszins gestabiliseerd tussen januari en juli 2024. Toch werd de liquiditeit van Bangladesh verzwakt door de daling van de deviezenreserves met 60% sinds augustus 2021, waardoor de huidige importdekking tot 2,5 maanden daalde in plaats van 7 maanden in 2021.
Dat heeft het financiële-risicoprofiel van Bangladesh aangetast, ook al blijft de buitenlandse schuld op een houdbaar niveau (naar verwachting ongeveer 23% van het bbp in boekjaar 2024-2025). De ineenstorting van de deviezenreserves wordt verklaard door de toename van de schuldendienst, het wisselkoersbeleid – de tussenkomst van de centrale bank om de taka te beschermen – en de uitstroom van kapitaal. Om deze negatieve trend tegen te gaan, zijn de autoriteiten sinds boekjaar 2023 teruggevallen op een inperking van de import. Daardoor is de lopende rekening, die meestal een tekort vertoont, vrijwel in evenwicht gebleven. Bangladesh kan ook rekenen op steun van het IMF via een financieel programma dat in januari 2023 werd goedgekeurd. De toekomstige instroom van kapitaal zal echter afhangen van de fragiele politieke situatie en vermindering van de onzekerheden.
Economische beleidsuitdagingen tegen een negatieve outlook
Zwakke instellingen, veel corruptie, onstabiele energievoorziening en bureaucratie zijn ook factoren die de aantrekkelijkheid voor investeerders en het risico van ondernemingsklimaat (momenteel in categorie E/G) schaden. Deze factoren zullen door de volgende regering moeten worden aangepakt als Bangladesh de lage buitenlandse directe investeringen hoger wil krijgen en het ondernemingsklimaat wil verbeteren. De economische diversificatie moet ook worden gestimuleerd om de grote afhankelijkheid van de kledingsector op de lange termijn te verminderen. De overheidsfinanciën vormen een ander neerwaarts risico om op te volgen als gevolg van de zeer lage overheidsinkomsten, waarvan ongeveer 20% naar rentebetalingen gaat. Ondanks een lichte stijging van het bbp tot 8,7% in boekjaar 2024, blijven de lage inkomsten de toekomstige financiële ademruimte van het land beperken. Het begrotingstekort is de laatste jaren echter goed binnen te perken gebleven op 4,5% van het bbp waardoor de stijging van de overheidsschuld is vertraagd. Verwacht werd dat de schuldquote dit boekjaar zou uitkomen op een bescheiden 41% van het bbp (zij het tegen een hoge 475% van de overheidsinkomsten). Het valt nu nog af te wachten of de begrotingsdiscipline wordt doorgezet tijdens de politieke transitie. Ondertussen is de ongezonde toestand van de bankensector nog een reden tot bezorgdheid, vooral voor overheidsbanken met onvoldoende kapitaal en meer dan 20% aan niet-renderende leningen. Bovendien kan aanhoudende politieke onzekerheid de broodnodige bankhervorming vertragen. Tot slot is Bangladesh een van de kwetsbaarste grote landen op vlak van klimaatverandering en stijging van de zeespiegel. Het land wordt steeds vaker getroffen door zware cyclonen en overstromingen, die nadelig zijn voor het levensonderhoud, de landbouw en de voedselzekerheid. Daarom moet dit enorme risico bovenaan de to-dolijst van iedere toekomstige regering staan.
Gezien de uitdagende en onzekere politieke en economische situatie, geeft Credendo een negatieve outlook aan de ratings voor het politieke risico op de korte en (middel)lange termijn, die beide momenteel in categorie 4/7 zijn ingedeeld.
Analist: Raphaël Cecchi – r.cecchi@credendo.com