Vietnam: Economisch succesverhaal, ook na COVID-19
- Een onder controle gehouden pandemie als motor achter een indrukwekkende economische veerkracht.
- De economie werd ondersteund door een sterke vraag naar medische en elektronische producten en een toename van overheidsinvesteringen.
- Het landenrisico is niet verslechterd en de risicoclassificatie blijft ongewijzigd.
- Externe schokken, staatsbanken en overheidsfinanciën vormen de voornaamste risico's.
- Handelsspanningen en verschuivende toeleveringsketens spelen in het voordeel van Vietnam.
Een zeldzame winnaar van de COVID-19-crisis
Tijdens de ongekende COVID-19-schok was Vietnam een van de weinige landen die zich sterk veerkrachtig toonden. Dit valt grotendeels te verklaren door de snelle, strikte en zeer efficiënte inperking van het virus na de uitbraak in buurland China. Naast de inperkingsmaatregelen hielpen een vroegtijdig reisverbod, testen en grootschalige contacttracing het virus onder controle te houden. De meeste landen kregen het zwaar te verduren vanwege de economische impact van het virus. De Vietnamese economie bleef het evenwel goed doen, zij het in een iets lager tempo en ondanks een aanvankelijk sterke verstoring van het bedrijfsleven. Zo zette het land uitzonderlijke economische prestaties neer, in een jaar dat overal ter wereld een ongeziene recessie toesloeg die zowel geavanceerde als opkomende economieën trof. Wereldwijd viel er een daling van de vraag te noteren. Voor Vietnam werd dat echter ruimschoots gecompenseerd door de sterke vraag, eveneens mondiaal en als gevolg van de COVID-19-crisis, naar medisch materiaal, elektronica en computers. De goederenexport nam dan ook toe vorig jaar. Dit alles terwijl Vietnam reeds als winnaar tevoorschijn kwam uit de handelssancties van de VS tegen China, zoals ten overvloede bleek uit de sprong in de BDI en de uitvoer (naar de VS), vóór de COVID-19-crisis. Bovendien speelden de toegenomen overheidsinvesteringen in infrastructuur een belangrijke rol in de ondersteuning van de economische activiteit. Een soepeler monetair beleid, met inbegrip van het beleid van de Centrale Bank van Vietnam om de interestvoet van 6% terug te brengen naar 4%, betekende een extra stimulans. De export van diensten stuikte daarentegen in elkaar. Met name als gevolg van de wereldwijde stilstand in het toerisme kelderden de particuliere overdrachten en vertraagde de privéconsumptie en de BDI, wat niet zonder gevolgen bleef voor de totale jaarlijkse bbp-groei.
Positieve vooruitzichten
Ook tegen de volgende golven van het virus, die her en der ter wereld flink huishouden, blijkt Vietnam goed bestand te zijn. Daarom is de overheid van plan haar tijd te nemen om de bevolking te vaccineren. Dat betekent dat de coronamaatregelen nog verscheidene maanden van kracht kunnen blijven. Ondertussen kijkt de overheid vol vertrouwen vooruit om het economische succesverhaal voort te zetten. Het land liet immers de afgelopen twee decennia een gemiddelde groei optekenen van 6,8%. Binnen de COVID-19-context legt Vietnam een indrukwekkend resultaat voor. De economische en financiële risico’s voor het land zijn immers niet toegenomen. Hoewel de groei van het bbp sinds het midden van de jaren tachtig zijn laagste niveau bereikte (+2,8% volgens de mondiale economische vooruitzichten van de Wereldbank in januari 2021), kon Vietnam in 2020, in tegenstelling tot de omringende landen, een positief resultaat neerzetten. Volgend jaar en het jaar erna wordt verwacht dat die groei nog versnelt tot 6,5% à 7%.
De buitenlandse schulden blijven laag en de schuldverplichtingen zijn nauwelijks toegenomen, terwijl het overschot op de lopende rekening ondanks het slinkende verschil blijft bestaan. De vooruitzichten voor deze risicofactoren na de coronacrisis zijn, in het licht van een mondiaal economisch herstel, positief. De macro-economische veerkracht en de sterke voorspellingen wijzen ook in de richting van monetaire stabiliteit in de toekomst. Er is minder reden tot tevredenheid over de overheidsfinanciën, een structurele zwakte. De schade is evenwel beperkt gebleven doordat de overheid bij gebrek aan begrotingsruimte een kleine stimulus heeft gelanceerd waardoor kon worden voorkomen dat het begrotingstekort in 2020 hoger dan 6% van het bbp zou liggen en de overheidsschuld op de geraamde 46,6% van het bbp bleef (43,3% in 2019). De dalende overheidsinkomsten, naar minder dan 18% van het bbp, zijn gelet op de rentebetalingen en de hogere overheidsschuld, met een overwegend buitenlands aandeel, evenwel problematisch. Het zal nodig zijn een voorzichtige begrotingskoers aan te houden. Toch blijft het risico dat verband houdt met de Vietnamese overheidsfinanciën al bij al gematigd. Op middellange termijn zouden een sterke groei van het bbp, opnieuw aantrekkende inkomsten en beperkte uitgaven overigens een geleidelijke daling kunnen inluiden van de overheidsschuld en van het begrotingstekort.
De kwetsbare bankensector houdt een ander risico in, vooral nu de verhouding krediet-bbp verder stijgt tot boven 100% en de kapitaalbuffers voor staatsbanken laag zijn. De hoge schulden in de vastgoedsector en de sterke verslechtering van de balans van de bedrijven die het hardst door COVID-19 zijn getroffen, vooral in de dienstensector, kunnen een golf van wanbetalingen en oninbare leningen teweegbrengen en daardoor de banken in problemen brengen. Daarom plant de regering een herkapitalisatie van de staatsbanken.
Gunstig uitdraaiende gevolgen van handelsspanningen en van de coronacrisis
Vietnam kijkt aan tegen een aantal risico’s, voornamelijk buitenlands van aard. De erg open en op export gerichte economie is fel blootgesteld aan externe schokken. De economische prestaties zullen op korte termijn hinder blijven ondervinden van de aanhoudende COVID-19-pandemie. Op de lange termijn zal het wereldwijd opkomende protectionisme zeker blijven doorspelen en de Vietnamese economie mogelijk schade berokkenen. Maar diezelfde economie bleek tot nog toe haar voordeel te doen bij de veranderende handelsomgeving en de huidige reorganisatie van de mondiale toeleveringsketen. Zo verdwijnt de handelsoorlog van de VS tegen China niet zomaar. Vietnam zal dus kunnen blijven profiteren van de verlegging van het handelsverkeer weg van China. In tegenstelling tot Trump, die dreigde met handelssancties, gedreven door een groeiend bilateraal handelstekort aan Amerikaanse zijde en vermeende valutamanipulatie, zou de Biden-regering de druk op een regionale bondgenoot kunnen verlichten. De coronacrisis heeft voorts de mondiale toeleveringsketens flink door elkaar geschud. Op de lange termijn zou dit in het voordeel kunnen spelen van Vietnam, want het land wordt beschouwd als een stabiele investeringsbestemming voor herlokalisatie van activiteiten naar Zuidoost-Azië. Verder ondertekende Vietnam in 2019-2020 twee grote vrijhandelsakkoorden die de handel en de instroom van BDI ten goede zullen komen: een akkoord met de EU in 2019 en vervolgens het Regional Comprehensive Economic Partnership (RCEP), het grootste handelsverdrag ter wereld dat half november werd ondertekend door o.a. de ASEAN-landen, China, Japan en Zuid-Korea. De afgelopen jaren ontpopte Vietnam zich als een magneet voor de grote multinationals. Het investeringsvriendelijke klimaat, goedkope arbeid en de sterke groeivooruitzichten zetten bedrijven zoals Samsung en Apple ertoe aan om grote productievestigingen neer te zetten. De opgang van de Vietnamese economie in de waardeketen en de integratie van meer geavanceerde technologie zal verder toenemen.
Continuïteit in het overheidsbeleid en stabiliteit in de risicoclassificaties van Credendo
De ontwikkelingen in 2020 op het vlak van de volksgezondheid en de economie zorgden voor gejuich op het vijfjaarlijkse Nationaal Congres van de CPV (Communistische Partij van Vietnam), waarvan begin februari de 13e editie werd afgesloten. Nguyen Phu Trong, de 76-jarige secretaris-generaal van de CPV, werd herbenoemd voor een derde ambtstermijn. Tegen de achtergrond van een brede herschikking van het centraal comité en van de leiding blijft hij aan het hoofd van het land. Er kwam bevestiging omtrent de algemene politieke koers voor de komende jaren. De economie en de verdere liberalisering staan hierin borg voor de stabiliteit van het eenpartijregime en gelden dan ook als topprioriteit. Politieke stabiliteit en continuïteit van het beleid zijn dus een blijver, waardoor Vietnam aantrekkelijk wordt voor buitenlandse investeringen. De toekomst zal echter niet noodzakelijk van een leien dakje lopen. Het gebrek aan transparantie van de overheid blijft een probleem en de beteugeling van de vrijheden in het algemeen is tijdens de pandemie alleen maar toegenomen. Er is geregeld kans op massale protesten, een risico dus voor de lokale maatschappelijke stabiliteit. Daarenboven stellen de klimaatverandering, met name de veelvuldigere overstromingen, alsook de snelle vergrijzing van de bevolking het land voor stevige uitdagingen. Op het buitenlands front blijven de spanningen in de Zuid-Chinese Zee met een assertiever China aan de orde. Hoewel dit risico tot nog toe onder controle bleef, betekent het dat de defensiebanden met de VS zullen worden aangescherpt.
Tijdens de COVID-19-pandemie bleven de politieke-risicoclassificaties van Credendo ongewijzigd. Omwille van de stabiel gebleven liquiditeit zal de classificatie van het politieke risico op korte termijn hoogstwaarschijnlijk op een solide 2/7 blijven hangen. De deviezenreserves waren nooit hoger. Ze dekken meer dan 3,5 maanden import en driemaal een stabiel niveau van buitenlandse kortetermijnschulden. Het politieke risico op de middellange termijn bevindt zich in 4/7 met een positief vooruitzicht. Na de COVID-19-pandemie kan het land geüpgraded worden, voor zover de bijbehorende onzekerheid wegvalt, de economische situatie op mondiaal vlak normaliseert en Vietnam voortgaat op zijn sterke economische elan.
Analist: Raphaël Cecchi – r.cecchi@credendo.com