Sri Lanka: Downgrade van 5/7 naar 6/7 voor politieke risico's op (middel)lange termijn
Hoofdpunten
- COVID-19 bracht de slechte overheidsfinanciën van Sri Lanka tot een onhoudbaar niveau.
- Hoger risico op wanbetaling van staatsschuld door problematische schuldaflossingen en druk op de roepie en de deviezenreserves.
- Zonder markttoegang zal de financiële afhankelijkheid van China toenemen.
- Mogelijk financiële redding door het IMF en schuldherschikking nodig.
- Credendo heeft het politieke risico op (middel)lange termijn gedowngraded van 5/7 naar 6/7.
Pro’s
Contra’s
Staatshoofd
Regeringsleider
Bevolking
Bbp per hoofd
Inkomensgroep
Belangrijkste exportproducten
Overheidsfinanciën: de zwakke plek van Sri Lanka
De afgelopen 30 jaar bedroegen het begrotingstekort en de overheidsschuld gemiddeld respectievelijk 6,8% en 80% van het bbp. De overheidsinkomsten zijn in die periode langzaam gedaald van minder dan 18% van het bbp in het begin van de jaren negentig, tot 12,6% in 2019. Daarnaast waren er verschillende financiële programma's van het IMF, waarvan het laatste midden 2020 afloopt. Helaas brachten ze eerder stabiliteit, maar zorgden ze niet echt voor beter houdbare overheidsfinanciën. Door de COVID-19-schok is deze penibele situatie sterk verslechterd. De verhouding van de overheidsschuld tot het bbp heeft de drempel van 100% – het op twee na hoogste niveau in Azië – overschreden en zal naar verwachting in 2023 een piek bereiken van 107%. Tegelijkertijd bevinden de overheidsinkomsten zich op een dieptepunt van minder dan 10% van het bbp. De komende jaren zullen ze mogelijk stijgen tot 12% van het bbp. Dit wijst op de structureel zwakke inkomstencapaciteit. De verhouding van de overheidsschuld tot de overheidsinkomsten zal naar verwachting dan ook boven de 900% blijven, en de nettorentebetalingen zullen tot 2024 60% van de inkomsten opslorpen. Deze verhouding is de hoogste ter wereld.
De situatie wordt nog bemoeilijkt door het feit dat naar schatting 45% van de overheidsschuld extern is, terwijl de Sri Lankaanse roepie onder depreciërende druk blijft staan. Ondanks dit onhoudbare beeld heeft de regering-Rajapaksa tot dusver geen belangrijke begrotingsaanpassingen aangekondigd om dit probleem aan te pakken. De regering is evenmin voorstander van een nieuwe deal met het IMF. Daarvoor zou immers begrotingsconsolidatie vereist, wat de vrijheid van de overheid inzake het begrotingsbeleid zou inperken. Volgens het gemeenschappelijk kader voor schuldbehandeling van de G20, zou de optie van het IMF bovendien een voorafgaande schuldherschikking (en/of uitzonderlijke bilaterale steun) kunnen inhouden, aangezien de overheidsschuld onhoudbaar lijkt te zijn. De nieuwe regering heeft echter eind 2019 de verstrakkingsmaatregelen van de vorige regering snel teruggedraaid en een expansionistisch begrotingsbeleid gevoerd in volle pandemie.
Bovendien zullen de aanhoudende impact van COVID-19 en een derde golf die het land sinds april teistert, blijven wegen op de inkomsten. Zeker de belangrijke toeristische sector is nog extra getroffen door de reisbeperkingen. Helaas rekent de regering op die inkomsten om de overheidsfinanciën te saneren en de externe financieringsbehoeften te helpen dekken. Het land heeft nooit eerder een buitenlandse schuld niet kunnen aflossen en Colombo is vastbesloten om die goede reputatie te vrijwaren, maar de (buitenlandse en overheids-)schulden en de rentebetalingsratio's zijn minstens sinds 1990 nooit zo hoog geweest. Vorig jaar diende Colombo een verzoek tot schuldsanering in bij China en India, maar dat leverde niets op. China verkiest mogelijk om nieuwe leningen te verstrekken of indien nodig beslag te leggen op bepaalde staatsactiva.
Toenemend risico op wanbetaling van staatsschulden
De plaatselijke banken financieren tijdelijk het begrotingstekort, en we kunnen ervan uitgaan dat eventuele achterstallige betalingen waarschijnlijk eerst binnenlands zouden zijn. Toch is het niet uitgesloten dat de regering zich uiteindelijk tot het IMF zal moeten wenden als laatste redmiddel. Dit scenario is echter onwaarschijnlijk in de zeer nabije toekomst. Vorig jaar werd het verzoek van de autoriteiten om financiële noodsteun van het IMF voor de bestrijding van de pandemie ingetrokken wegens onenigheid over de gevraagde beleidsverbintenissen. Op korte termijn en zonder toegang tot de markt zal Sri Lanka in wezen afhankelijk zijn van bilaterale financieringssteun, eerst van China (via nieuwe leningen en een driejarige valutaswaplijn van omgerekend 1,5 miljard USD waarover in maart dit jaar een akkoord werd bereikt) en vervolgens van India. Sri Lanka zal zijn deviezenreserves in dat geval gebruiken om zijn buitenlandse schuldverplichtingen na te komen en het tekort op de lopende rekening te financieren (dat dit jaar naar verwachting zal oplopen tot 2,3% van het bbp en daarna geleidelijk zal afnemen). Door te kiezen voor schuldopbouw in plaats van begrotingsconsolidatie bestaat het risico dat de overheidsfinanciën verslechteren (met mogelijk een groter buitenlands dan binnenlands aandeel), dat de schuldenspiraal zich voortzet en dat de financiële afhankelijkheid van China toeneemt. In 2019 was ongeveer 10% van de buitenlandse overheidsschuld aan China verschuldigd, en dit aandeel zal ongetwijfeld nog toenemen.
Ervoor kiezen om de bruto deviezenreserves aan te spreken is eveneens een riskante strategie. Vorig jaar daalden de reserves met 21,4%, en in januari-april 2021 met nog eens 15%. Ze dekken nu ongeveer twee maanden import (een dieptepunt sinds 2008) en amper ongeveer de helft van de buitenlandse kortetermijnschuld. De extra lening van 500 miljoen USD die China in maart toekende, heeft de liquiditeitspositie op de korte termijn verbeterd. De situatie blijft echter precair, gelet op het feit dat Sri Lanka geen toegang heeft tot de financiële kapitaalmarkten.
De economische vooruitzichten blijven onzeker. In de prognoses van april verwachtte het IMF een herstel van de reële bbp-groei met 4% in 2021, na een krimp van 3,6% in 2020. Dit zou echter verlaagd kunnen worden als gevolg van de sterkere COVID-19-golf sinds het voorjaar en gezien de trage vooruitgang van de vaccinaties. De aanhoudende impact van de pandemie zal blijven wegen op de export en het herstel in de belangrijke toeristische sector. Helaas zou ook de recente milieuramp als gevolg van een gezonken olietanker deze belangrijke sector kunnen beïnvloeden. Als we daarnaast ook de geringe instroom van kapitaal en de omvangrijke geplande aflossingen op staatsobligaties mee bekijken, zal de externe liquiditeit waarschijnlijk ook na 2021 nog onder druk blijven staan. In 2021-2025 wordt de externe schuldendienst geschat op bijna 30 miljard USD. De komende jaren wordt echter verwacht dat het niveau lager zal blijven dan deze voorspelde cijfers. De autoriteiten zouden dan ook extra middelen kunnen inzetten om de deviezenreserves te ondersteunen. Zo zouden ze de invoerbeperkingen verder kunnen aanscherpen, en misschien zelfs kapitaalcontroles opleggen en uiteindelijk het IMF te hulp roepen. De sombere overheidsfinanciën, de sterke verslechtering van de externe en overheidsschuldratio's en de verwachte druk op de aflossing van de externe schuld tegen een achtergrond van eroderende liquiditeit hebben de politieke risico’s van Sri Lanka op (middel)lange termijn doen toenemen. Credendo heeft het land daarom ook gedowngraded van 5/7 naar 6/7. Ook de OESO-premiecategorieën werden begin juli verhoogd van 6/7 naar 7/7.
Analist: Raphaël Cecchi – r.cecchi@credendo.com