Benin: Politiek risico op middellange tot lange termijn in categorie 6/7
Hoofdpunten
- Externe schokken hebben jaren van sterke bestuurlijke en economische vooruitgang gedwarsboomd in de kleine economie die sterk op de katoenexport leunt.
- De onveiligheid aan de noordelijke landsgrens en de zwakke voedselzekerheid worden stilaan belangrijke bedreigingen.
- De recente sluiting van de grens met Niger na de militaire coup en het feit dat de Nigeriaanse economie het moeilijk heeft, zullen dit jaar een negatieve invloed hebben op de economische prestaties van Benin.
- Hoewel de overheidsfinanciën en de externe financiële situatie zwakker geworden zijn, blijft het risico op een schuldencrisis matig.
Pro’s
Contra’s
Staatshoofd
Kiesstelsel
Bevolking
Bbp per capita
Inkomensgroep
Belangrijkste exportproducten
Minder democratie en meer regionale instabiliteit baren zorgen
In het verleden was Benin een lichtend voorbeeld van democratie en stabiliteit in West-Afrika. De politieke en sociale spanningen nemen echter toe doordat president Talon steeds meer macht naar zich toetrekt sinds zijn aantreden in 2016. Dit heeft geleid tot burgerprotesten en internationale druk door de schending van mensenrechten en de manier waarop politieke tegenstanders behandeld worden. In januari 2023 mochten de oppositieleden voor het eerst sinds 2015 weer mee stemmen over de wetgeving. De enige deelnemende oppositiepartij (de Democraten) wist ook een plekje in de Nationale Vergadering te bemachtigen, al behaalde ze maar een zeer beperkt aantal zetels. De stemming van januari 2023 zorgde voor iets meer parlementaire legitimiteit omdat er oppositieleden aanwezig waren. Toch heeft de heersende coalitie nog steeds een sterke meerderheid in handen en zal ze dus weinig tegenwind krijgen tot de presidentsverkiezingen in 2026.
Net zoals de meeste West-Afrikaanse kuststaten is Benin kwetsbaar voor veiligheidsrisico's door overslaand jihadistisch geweld vanuit de Sahel, vooral vanuit Mali, Niger en Burkina Faso. Het risico op terrorisme is vooral in het noorden van Benin hoog, meer bepaald in de nationale parken Pendjari en W. Ook risico’s van klimaatrampen en voedselzekerheid vormen belangrijke bedreigingen en zouden voor meer sociale onrust kunnen zorgen.
Economisch herstel blijft moeilijk
Benin is een kleine economie (nominaal bbp van 17 miljard USD) en heeft sterke banden met buurland Nigeria. De economie van Benin draait grotendeels op de katoenexport (45% van de inkomsten op de lopende rekening) en de uitvoer van voedsel, zoals noten, zaden, fruit en vlees (21% van de totale inkomsten op de lopende rekening). Tijdens een periode van sterke bestuurlijke en economische vooruitgang werd veel winst geboekt, maar de pandemie maakte een groot deel daarvan weer ongedaan. Ondanks de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, herstelde Benin goed na de pandemie. Het land behaalde een bbp-groei van 7,2% in 2021 en 6% in 2022. De economische vooruitgang wordt aangedreven door overheidsinvesteringen (onder het 'Programme d'Action du Gouvernement', 2021-2026), de landbouwproductie en de havenactiviteit. Voor de komende vijf jaar wordt een bbp-groei van ongeveer 6% voorspeld. Dit jaar zal de economie van Benin echter de negatieve gevolgen voelen van recente tegenwind na de sluiting van de grens met Niger en sancties als reactie op de militaire coup in het buurland. Bovendien hebben recente weergerelateerde schokken (overstromingen) de katoenproductie doen dalen. Daarnaast komt de veiligheid in het gedrang door jihadistische groepen aan de noordelijke grens van Benin, en dat weegt op de algemene macro-economische prestaties van het land. De verwachte trage economische groei in Nigeria is ook een van de neerwaartse risico’s. Daardoor zal ook de verwachte bbp-groei voor Benin de komende maanden waarschijnlijk naar beneden bijgesteld worden.
Na de invasie in Oekraïne kreeg Benin ook torenhoge importkosten te verduren door de wereldwijde hoge brandstof- en voedselprijzen en de waardevermindering van de euro tegenover de Amerikaanse dollar, waaraan de CFA-frank gekoppeld is. Toch hebben het strakke regionale monetaire beleid en de overheidssubsidies binnenlandse voedselprijsstijgingen beperkt. Daardoor bleef ook de inflatie in 2022 beperkt tot 2,9%, terwijl ze in 2021 nog 5% bedroeg. Er wordt verwacht dat de inflatie in 2023 opnieuw zal toenemen tot 3,5%, vooral door de voedselprijzen. De tegenvallende graanoogst van 2022-2023 (door weergerelateerde schokken) zal dit nog verergeren. De inflatie zou wel eens sneller kunnen stijgen dan de huidige schattingen. De recente prijsstijgingen aan de pomp in Nigeria hebben de prijs van gesmokkelde brandstof in Benin namelijk aanzienlijk opgedreven (met ongeveer 60%), en dat wakkert de inflatie dan weer aan.
WAEMU-liquiditeit aanhoudend onder druk
De externe betalingsbalans van Benin staat onder druk sinds het tekort op de lopende rekening in 2021 verdubbelde tot 4,5% van het bbp, en in 2022 nog verder toenam tot 6,5% van het bbp. Dit is te wijten aan de beperkte exportsector in Benin, in combinatie met torenhoge importkosten door de wereldwijde hoge brandstof- en voedselprijzen en de waardevermindering van de euro tegenover de Amerikaanse dollar. Doordat Benin lid is van de WAEMU, is het risico op echte deviezenschaarste iets kleiner aangezien de reserves samengebracht worden bij de regionale centrale bank (de ‘Banque Centrale des États de l'Afrique de l'Ouest’ of BCEAO). De WAEMU bestaat grotendeels uit voedsel- en brandstofimporteurs. Net als vele andere delen van de wereld, wordt ook deze regio getroffen door een dalende liquiditeit omwille van slechtere handelsruilvoeten. Anderzijds is de instroom van investeringskapitaal gedaald door minder gunstige financiële voorwaarden wereldwijd en een toenemende risicoafkeer. De regionale deviezenreserves daalden daardoor met 20% in 2022. In de eerste helft van 2023 bleven ze stabiel op dit lage niveau (zie grafiek). Om te kunnen omgaan met de nijpende financieringsschaarste en andere tegenslagen heeft Benin sinds juli 2022 zijn toevlucht genomen tot IMF-steun (de uitgebreide kredietfaciliteit en de uitgebreide financieringsfaciliteit).
Overheidsfinanciën en financiële situatie lijden onder externe schokken
De overheidsfinanciën in Benin zijn over het algemeen stabiel. Ze worden gekenmerkt door een voorzichtige begroting en privatiseringen, in combinatie met extra staatsinvesteringen in infrastructuur en landbouw (vooral ter ondersteuning van de katoenindustrie). De voorbije twee jaar zijn de overheidsfinanciën erop achteruitgegaan. Dit was te wijten aan de hogere uitgavenvereisten (meer subsidies en veiligheidsuitgaven om overslaande oproer vanuit de Sahel tegen te gaan), belastinginning die te wensen overliet en de afnemende steun van donoren. Het algemene begrotingstekort steeg tot 5,7% van het bbp in 2021 en 5,5% in 2022. De overheidsschuld ging daardoor van 46% van het bbp in 2020 naar 54% in 2022. Een betere mobilisatie van de binnenlandse inkomsten is een belangrijke vereiste van het IMF-programma om terug tot een begrotingstekort van 3% van het bbp – doelstelling vastgesteld door de WAEMU – te komen. Als we uitgaan van een begrotingsconsolidatie de komende jaren, zou de overheidsschuld tegen 2025 licht moeten dalen tot 52% van het bbp. Er wordt immers verwacht dat de overheidsinkomsten geleidelijk zullen toenemen in verhouding tot het bbp, van 13% in 2021 tot 15% in 2025. Tegelijkertijd zou de verhouding van de nettorentebetalingen tot de nettorente-inkomsten van 17% naar 11% moeten gaan.
Benin was erg populair op de financiële markt wat betreft investeringen in opkomende markten. In 2019 gaf het land een Eurobond uit (eerste terugbetaling in 2024) en in 2021 de eerste soevereine Afrikaanse SDG-bond in de geschiedenis (om de Duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN te behalen). Tijdens de covidcrisis ontving Benin aanzienlijke internationale steun, maar het is wel een van de weinige lage-inkomenslanden die geen beroep deden op het betalingsmoratorium van de G20 in het kader van het 'Debt Service Suspension'-initiatief. Benin ging in de plaats daarvan bijkomende buitenlandse leningen aan om aan zijn grote financieringsnoden te voldoen, terwijl de inkomsten stagneerden. Bijgevolg steeg de totale buitenlandse schuld in verhouding tot het bbp van 28% in 2019 naar 39% in 2022. De komende jaren zou dit cijfer echter stabiel moeten blijven rond dat niveau. In verhouding tot de inkomsten op de lopende rekening, is de buitenlandse schuld toegenomen van 163% in 2019 tot 210% in 2022. Tegen 2025 wordt zelfs verwacht dat ze nog zal toenemen tot 265%. De schuldendienst ten opzichte van de inkomsten op de lopende rekening bereikte een hoogtepunt in 2021 met 23,4%. Nadien, in 2022, ging het naar een matige 11% en voor de komende jaren wordt verwacht dat dit cijfer op een houdbaar niveau blijft. Volgens de meest recente analyse van de schuldhoudbaarheid door het IMF (mei 2023) vertoont zowel de overheidsschuld als de buitenlandse schuld van Benin een 'matig risico op schuldproblemen'. De ruimte om schokken van natuurrampen, volatiele grondstofprijzen en ongunstige handelsruilvoeten op te vangen, blijft echter beperkt.
Analist: Louise Van Cauwenbergh – l.vancauwenbergh@credendo.com